Als u uw hond of kat in een pension verblijft, dan zijn vaccinaties wettelijk verplicht. Sinds kort is het echter ook voldoende om een titerbepaling te gebruiken om aan te tonen dat een dier genoeg bescherming heeft tegen besmettelijke ziektes. Dit betekent dat ook honden en katten die niet de standaard entingen hebben gekregen maar wel voldoende antistoffen in zich hebben om ziekten tegen te gaan toegelaten worden tot pensions.
Dit heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) bepaald. De titerbepaling blijkt namelijk een goede voorspellende waarde te hebben van de bescherming die een dier heeft tegen bepaalde ziektes. Voorwaarde voor de toelating tot pensions is wel dat de titerbepaling goed onderbouwd wordt door de huisarts en dat duidelijk aangegeven wordt wanneer een huisdier voor het laatst geënt is en wanneer het dier opnieuw geënt moet worden.
De titerbepaling kan echter niet altijd vervangen worden door vaccinaties. Bij honden kan de titerbepaling gebruikt worden om aan te tonen dat het dier beschermd is tegen Parvo, Hondenziekte (distemper) en Hepatitis (HCC). Bij katten kan de titerbepaling gebruikt worden om aan te tonen dat het dier beschermd is tegen Kattenziekte (Panleukopenie). Wettelijk is vastgelegd dat de dieren wel tenminste al 1 keer gevaccineerd moeten zijn tegen deze ziektes. Voor de andere ziektes geeft de titerbepaling een onvoldoende betrouwbaar beeld en daarvoor kan de bepaling dan ook niet gebruikt worden.
Een pensionhouder mag zelf bepalen of titerbepalingen in zijn pension zijn toegestaan als bewijs van bescherming. Diereigenaren moeten dus altijd navragen bij het pension of een titerbepaling voldoende is.
Bron: LICG